We houden graag vast aan traditie; elitesport wordt het ook wel genoemd. Waar elke andere sport zich in soepele luchtige kleding beweegt, rijden wij nog steeds in wollen gevoerde jasjes. In het outdoorseizoen is er een regel dat je in zomertenue mag rijden. Dit bestaat uit een shirt/blouse met mouwen (kort of lang) een hoog opstaande kraag en de kleur is vrij.
Toen deze regel een aantal jaar geleden werd ingevoerd, dacht ik: “Nu zal niemand meer in het outdoorseizoen met een jasje rijden.” Maar nee hoor. De weerspiegeling van het vasthouden aan traditie is in de kleding goed te zien. Afgelopen weekend was het 23 graden, en ik was de enige “gek” die lekker in mijn geel-witte shirt aan het rijden was.
Hoe stug iedereen in het jasje blijft rijden, werd mij nog persoonlijk pijnlijk duidelijk toen ik voor de proef werd gestopt door de jury… Mijn zomertenue was volgens haar niet correct.
Persoonlijk zou ik de sport graag behouden. Het objectief beoordelen van je proef is een prachtige tool; je hebt een doel om naartoe te werken. Door deze proef op ander terrein te rijden, creëer je een uitdagendere omgeving dan thuis. Deze uitdaging motiveert mij. Op een wedstrijd kom ik allerlei dingen tegen waar ik thuis op kan trainen. Ook alles buiten de proeven om, van opzadelen bij de trailer tot het niet verliezen van focus wanneer je klemgereden wordt tijdens het losrijden.
Tegenwoordig mag je bitloos rijden op alle niveaus. Ik draag geen handschoenen meer en straks, vanaf het M hoef ik mijn sporen niet meer uit het stof te halen; “vroeger” was dit verplicht. Toen de regels voor het zomertenue werden versoepeld, dacht ik meteen: “Ik koop een gekleurd wedstrijdshirt en geef wat kleur aan ons stoffige imago.”
Natuurlijk, als ik een kampioenschap rijd, trek ik mijn jasje aan, plastron om, speldje erin, en een netje om mijn pluizige knotje met een paar glitters erop. Op zo’n moment wil je jezelf en je paard zo netjes mogelijk presenteren. Maar de handschoenen? Die blijven uit; ik vind dat echt ondingen.
Zodra het een “gewone” wedstrijd is voor punten, rijd ik in het outdoorseizoen in zomertenue. Uiteraard wel netjes, met mijn rits tot aan mijn keel dicht en mijn lange mouwen naar beneden. Toch ben ik vaak de enige, zelfs al is het 23 graden, in een zandbaan, in de zon en uit de wind. Misschien zijn wij dressuurruiters bang om op te vallen; veilig rijden we in een donkerblauw jasje met zwarte laarzen.
Als een jury het lef heeft om mij voor de proef stil te zetten en te vragen wat ik aanheb terwijl het gewoon volgens de regels is, dan hebben we nog een lange weg te gaan in onze sport.
Conclusie
Als juryleden de regels niet helder hebben, zal er vast niet veel gebruik van gemaakt worden. Dus tijd voor praktische tips voor een comfortabele outfit:
- Ken de regels goed: Zorg ervoor dat je de actuele regels kent. Zomertenue, bitloos rijden en de versoepeling rond handschoenen en sporen bieden veel meer flexibiliteit dan je misschien denkt.
- Maak comfort een prioriteit: In plaats van vast te houden aan tradities, kies voor toegestane, comfortabele kleding. Zeker bij warm weer zal dit je prestaties en welzijn verbeteren.
- Durf op te vallen: Wees niet bang om een persoonlijk tintje toe te voegen aan je wedstrijdkleding, zoals een gekleurd shirt of een andere stijl. Zolang het binnen de regels valt, kun je een frisse wind door de sport laten waaien.
- Blijf kalm bij juryvragen: Als een jury je aanspreekt over je kleding of keuzes, blijf rustig en verwijs naar de regels. Niet elke jury is altijd op de hoogte van de meest recente aanpassingen.
- Stimuleer vernieuwing: Door zelf voorop te lopen en gebruik te maken van de versoepelde regels, kun je anderen inspireren om de tradities los te laten en meer ruimte voor vernieuwing te creëren binnen de sport.
Advies aan de lezer
Ken de regels, kies voor comfort, en wees niet bang om op te vallen. De paardensport kan alleen vooruitgang boeken als we ons bewust worden van de mogelijkheden voor vernieuwing en die ook omarmen. Sta open voor verandering en help mee om onze sport moderner en toegankelijker te maken!